Het aantal door de politie ontdekte drugslabs is in de eerste helft van dit jaar met ongeveer 50 procent gestegen in vergelijking met voorgaande jaren: van iets meer dan 40 naar 65. Dat blijkt woensdag uit de jaarlijkse ERSPP-cijfers van de politie over synthetische drugs.

De stijging was het sterkst in de provincies Drenthe, Noord-Holland, Overijssel en Zeeland. Ook het aantal opslaglocaties van drugs steeg, het meest in de provincies Noord- en Zuid-Holland.

Uit de cijfers blijkt dat er in Den Haag dit jaar 3 zogenoemde productielocaties zijn ontdekt, tegen 10 in heel 2019. Dat betrof toen een forse stijging ten opzichte van de jaren daarvoor: 7 in 2016, 8 in 2017, 7 in 2018. 

Wat betreft het aantal opslaglocaties geven de eerste zes maanden van dit jaar een gelijk beeld als voorgaande jaren voor Den Haag. Dit jaar zijn er 2 locaties aangetroffen, in de voorgaande jaren was dat niet heel veel anders: 4 in zowel 2016 als 2017, 5 in 2018 en 3 vorig jaar.

Opvallend is dat er volgens de cijfers dit jaar nog geen drugsafval is gevonden in Den Haag, daar waar er in 2018 nog 18 locatie waren geweest. Dat was een enorme toename van de jaren daarvoor met respectievelijk 2 en 3 plaatsen. Vorig jaar waren dat er volgens de woensdag gepresenteerde cijfers 5.

Volgens de politie is de belangrijkste reden voor de algemene stijgingen 'het meelezen van berichten van criminelen op de Encrochat-server’, het aantal ontdekte labs door toeval, melding en onderzoeken is ieder jaar ongeveer hetzelfde. 

Dat er minder dumplocaties worden aangetroffen, komt volgens de politie doordat er waarschijnlijk meer afval verdwijnt in de bodem en in het oppervlaktewater.